06 - 5164 8220 info@kootching.nl

Je denkt dat je de ander begrepen hebt; maar later blijkt dat niet het geval.
Je weet zeker dat het team tegen je is; maar later bleken de signalen over iets heel anders te gaan.
Je werd heel onzeker omdat je collega je negeerde; maar later bleek ze het hoofd net boven water te kunnen houden vanwege drukte.
En hoe vaak hoor je niet uitspraken als: “Ik denk dat hij wil dat ik…” Of: “Ik denk dat je bedoelt…”. Nou, jij hoeft niet voor mij te denken.

Aannames
Je raadt het al: we hebben het over aannames of interpretaties. Hoe aannames ‘er met je emoties vandoor kunnen gaan’. Of hoe aannames je kunnen aanzetten tot verkeerde conclusies of besluiten.

Enkele voorbeelden uit mijn praktijk:

Directeur: “Ik heb het uitgelegd, dus ik ga ervan uit dat het gebeurt.”
Nee, correctie, je neemt aan dat het gebeurt. Jij zou het doen, nadat iemand het je heeft uitgelegd. Maar…niet iedereen is zoals jij. Denkt zoals jij. Handelt zoals jij. Dus de CFO heeft het niet gedaan. Om wat voor reden dan ook. Dit is hèt moment om in gesprek te gaan en elkaar beter leren begrijpen.

Plantmanager: “Ik heb jullie hulp nodig. Kunnen jullie in de productiehal ruimte vrijmaken voor de nieuwe machine?”
Medewerker: “Hoe groot is dat ding?” Plantmanager: “Weet ik veel. Een meter of 8.” Medewerker denkt: “Hij neemt me niet serieus!”
Nee, dat neem je aan. Dat denk jij. En die gedachte staat aan de basis, net als vele andere gedachten, van je groter wordende demotivatie.

Directeur: “Hij heeft de opdracht weer te laat ingeleverd. Ik ben er klaar mee. Ik ga hem naar een timemanagement cursus sturen.”

Ik vroeg: “Hoe weet je dat het aan timemanagement ligt?
Mijn cliënt antwoordt: “Dat is toch logisch? Hij levert de opdracht iedere maand te laat in. Vaak ga ik het dan maar weer zelf doen, anders worden onze afnemers boos.”

Ik hield aan: “Waarom ga je het gesprek niet aan om te vragen ‘Wat maakt dat je het te laat inlevert. En of er soms iets speelt.”? (Oftewel: waarom check je je aanname niet?)

Mijn cliënt vertelde me in ons volgende gesprek: “Het had inderdaad niets met timemanagement te maken. Hij zag iedere keer tegen de opdracht op omdat hij niet helemaal snapte wat hij moest doen en hij was bang om dom over te komen als hij het zou vragen. (Ah, ook een aanname!) Ze hebben een goed gesprek gehad en mijn cliënt gaf aan het vertrouwen te hebben dat het vanaf nu wel op tijd komt.

Hoe werken die aannames nou eigenlijk?
Het is vaak niet de Gebeurtenis die bij jou een emotie opwekt (boos, ongeduldig, blij, onzeker enz.), maar jouw interpretatie van die gebeurtenis. De Gedachte over de gebeurtenis bezorgt je een Gevoel en het gevoel beïnvloedt vervolgens je Gedrag. Ten slotte zorgt je gedrag voor een Gevolg.

Voorbeeld:

De plant manager vraagt je hulp (zie voorbeeld hierboven) en geeft aan niet te weten hoe groot de machine exact is. Jij neemt aan dat hij je niet serieus neemt. Je wordt boos en dit beïnvloedt je gedrag in het gesprek. En, als zoiets veelvuldig voorkomt, beïnvloedt het je relatie met de plant manager of je eigen motivatie.

Stel je zou zeggen: Ik wil je graag helpen, maar dan moet ik de exacte afmetingen hebben. En hij komt dan misschien met: “Daar heb je gelijk in. Ik ga het meteen even uitzoeken en kom er bij je op terug.” De boosheid blijkt niet nodig. Een goed gesprek voorkomt veel onnodige ellende.

Of stel je benoemt wat je denkt: “Als jij mij op die manier benadert, met een vage opdracht, krijg ik het idee dat je mij niet serieus neemt. Ik vind dat lastig, want ik wil je graag helpen.” Dan weet de plant manager meteen wat het effect van zijn communicatie op jou is.

Je kunt je ook afvragen of het waar is wat je denkt: Heeft de plant manager daadwerkelijk gezegd dat hij me niet serieus neemt? ‘Nee!’ Wat heeft hij nu feitelijk gezegd? ‘Hij vraagt je hulp over ruimte voor de nieuwe machine. En hij weet niet hoe groot de machine is.’ Dan zou je op basis van de feiten de volgende reactie kunnen geven: “Om je echt te kunnen helpen, moet ik wel de exacte afmetingen van de machine hebben. Kun je me die sturen via de mail?” (Het kan natuurlijk zijn dat hij het echt niet weet. Dan kan je vragen of hij bij de leverancier kan informeren of aanbieden dat voor hem te doen.)

Jouw gedachten en interne conversatie
Voel je een negatieve emotie in een gesprek, neem je gedachten eens onder de loep. Vraag je af of het waar/ niet waar is. Of dat het reëel is dat je dit denkt. En bekijk of je negatieve gevoel dan afneemt. Je kunt meer lezen over deze theorie in het boekje ‘Beren op de weg, spinsels in je hoofd’ van Theo IJzermans.

Herken je die ‘gesprekken met jezelf’ en herken je de veelheid aan gedachten die jou onzeker, geïrriteerd, boos (of welke negatieve emotie dan ook) maken en wil je daaraan werken? Neem dan contact met me op. In een paar gesprekken kunnen we jouw niet-effectieve gedachten, en wat daar allemaal achter zit, boven tafel halen. Immers, als ze in je onderbewuste zitten, regeren ze jou. Als je je er bewust van bent, kun je andere gedachten kiezen, die ook waar kunnen zijn en die geen negatief effect op je emotie, en dus ook op je gedrag, hebben. Hoe fijn zou dat zijn?